Oudheidkundigen constateren, dat de Balische bevolking een zekere mate van beschaving bezat, met reeds geordende dorps¬gemeenschappen voordat de Hindoes op het eiland aankwamen. Ze maakten gebruik van waterleidingen en primitieve werken voor de aanleg van bevloeibare rijstvelden. Er bestond daar ook een geregeld waterschapsbestuur (soebak). De zogenaamde ijzerbewerking kende men ook al en voor de zeevaart was er wat scheepsbouw en enige eenvoudige kennis van de astronomie. Men geloofde in animisme, dynamisme en de verering van voorvaderen. Over de eerste aanraking met vreemdelingen was niet veel bekend. De Chinese reiziger, die het eiland P o-li of Paa -1i had genoemd in zijn nauwkeuri''ge beschrijving daterend uit de eerste helft van dezetde eeuw, was zeker niet de eerste vreemde bezoeker van Bali. Immers in zijn beschrijving werd vermeld dat P o-li toen Boeddhistisch was. In deze eerste geschreven bron over Bali staat onder andere to lezen: